De verdachte van de Barendrechtse zedenzaak wordt opgenomen in het Pieter Baan Centrum voor een onderzoek naar zijn psyche. De officier van justitie maakte dit vrijdag bekend in de rechtbank in Rotterdam in het bijzijn van de 45-jarige man.

De families woonden de eerste openbare zitting bij vanuit een andere rechtszaal. Wie beslist niet naar de rechtbank wilde, kon de zitting op afstand volgen via een videoverbinding. De rechter verzekerde de ouders "met de grootste zorg om te gaan met de belangen van de slachtoffers en hun familie".

De rechtbankvoorzitter riep media op om "met meer dan de gebruikelijke voorzichtigheid en terughoudendheid" over de zaak en de details daarin te berichten. "Deze zaak kent veel jonge slachtoffers die zelf mogelijk niet weten dat ze betrokken zijn bij een misdrijf. Het is voor ouders een duivels dilemma. Vertel ik het mijn kind of niet? Er zijn ouders die dat wel hebben gedaan, anderen niet", zei de rechter.

Bij de politie verklaarde Mels van B. aanvankelijk over het misbruik van negentien slachtoffers, meisjes van 9 tot 12 jaar oud. Eind september maakte het Openbaar Ministerie bekend dat er nog zeker drie andere slachtoffers zijn en inmiddels zijn het er volgens het OM "rond de dertig". Dit zou zijn gebeurd in zijn woonplaats en in Hoeven (Noord-Brabant) op de camping waar hij veel verbleef.

Van B. werkt mee aan het onderzoek. "Ik geef vrijwillig openheid van zaken en werk overal aan mee", zei hij. "Jarenlang heb ik het slechtste deel in mij verborgen gehouden. Ik heb enorm veel spijt van wat ik heb gedaan." De volgende zitting is op 3 maart. Dat wordt opnieuw een inleidende zitting.

Het politieonderzoek is nog in volle gang. De officier van justitie verwacht in februari het onderzoek af te ronden en de definitieve tenlastelegging op te stellen. Op de voorlopige aanklacht gaat het over het seksueel misbruiken van meisjes in 2023 en de eerste helft van 2024, maar het is voor het OM nu al duidelijk dat het misbruik over een langere periode plaatsvond.